[list][*]Verdeel een lijnstuk met lengte l[sub]0[/sub]=1 in 3 gelijke delen.[/*][*]Teken op het middelste deel een gelijkzijdige driehoek.[/*][*]Laat het middelste deel weg.[/*][*]Herhaal nu de verdeling voor elk lijnstukje van de nieuwe figuur.[/*][/list]
De fractale dimensie bereken je als een breuk.[br]Het resultaat noemt men ook de [i]Hausdorffdimensie[/i].[br][list][*]Als noemer neem je de logaritme van de zoomfactor van de iteratie.[br]In bovenstaande figuur wordt dit log 3, want je verdeelt elk lijnstukje telkens in 3.[/*][*]Als teller neem je de logaritme van het aantal lijnstukjes dat je bekomt.[br]In bovenstaande figuur wordt dit log 4, want je gaat telkens van 1 lijnstukje naar 4 lijnstukjes. [/*][/list]De fractale dimensie van de figuur wordt dus [math]\frac{log\left(4\right)}{log\left(3\right)}=1.2619[/math]