De derde generatie basisvormen gebruikt enkel ruiten, maar wel met een verschillende vorm.[br][list][*]De eerste (dunne) ruit heeft hoeken van 36° en 144°.[/*][*]De tweede (dikkere) ruit heeft hoeken van 72 en 108°.[/*][/list][br]Ze hebben plakregels, net zoals de vliegers en de pijlen van P2. Door deze plakregels kan je de ruiten, eveneens zoals in P2, slechts op 7 manieren groeperen rond een centraal punt.[br]Je kunt de plakregels tonen met cirkelboogjes. Een andere manier is te werken met uitstulpingen en inkepingen in de zijden van de ruiten.
Aan de grootte van de gebruikte hoeken (36°, 72°, 108° en 144°) is het meteen duidelijk dat ook P3 werkt met vijfvoudige symmetrieën. Dit merk je ook in bovenstaande afbeelding.[br]Van een P3-betegeling kan je een P2-betegeling maken en omgekeerd.