De groene cirkel C[sub]1[/sub](A, r[sub]1[/sub]) heeft als middelpunt A en als straal r[sub]1[/sub].[br]De blauwe cirkel C[sub]2[/sub](B, r[sub]2[/sub]) heeft als middelpunt B en als straal r[sub]2[/sub].[br]Versleep B en/of de schuifknoppen en onderzoek wanneer de twee cirkels elkaar inwendig of uitwendig raken.
De cirkels met middelpunten A en B en verschillende stralen r[sub]1[/sub] en r[sub]2[/sub] zijn uitwendig rakend als
De cirkels met middelpunten A en B en verschillende stralen r[sub]1[/sub] en r[sub]2[/sub] zijn inwendig rakend als