Rechte in de ruimte met gegeven steun- en richtingsvector
vec{OP} is steunvector van a en vec{OA} is zijn richtingsvector. Verplaats C op de rechte OA en X doorloopt de rechte a. |
|
Evenwijdige vlakken
Versleep één van de punten A,B of C en bekijk het verband tussen de cartesiaanse vergelijkingen van beide vlakken.