Klik op het icoon Tabel en open het tabelvenster:[br][list][*]In de tabel lees je de inkomensverdeling in een gemeente af:[br]"[i]Welk cumulatief % van de bevolking beschikt over welk cumulatief % van de inkomens?"[/i][/*][*]De trendlijn van de overeenkomstige punten noemt men de [b]Lorenzcurve[/b][br]Voor deze cijfers komt ze benaderend overeen met de grafiek van een kwadratische functie. [br][i]Selecteer in de y-kolom de optie Regressie, selecteer kwadratisch en plot de trendlijn.[/i][/*][/list]Klik op het icoon Algebra en open het algebravenster:[list][*]Je leest de vergelijking van de [b]Lorenzcurve[/b] af als het voorschrift van de [b]functie f[/b].[/*][*]Bij een gelijke verdeling van de inkomsten over de bevolking zou de grafiek overeenkomen met de grafiek van [b]g(x) = x [/b](de eerste bissectrice).[/*][*]Een maat voor de ongelijkheid van de inkomensverdeling is de relatieve grootte van het donkerblauwe oppervlak (tussen de grafieken van f en g) t.o.v. de totale oppervlakte onder de grafiek van g. Deze verhouding is de [b]Gini-coëfficiënt[/b] en ligt steeds tussen 0 en 1. [br][/*][/list]Onthoud:[br][b]Hoe meer de Lorenzcurve afwijkt van de eerste bissectrice, hoe groter de Gini-coëfficiënt.[br]Hoe groter de Gini-coëfficiënt, hoe ongelijker de inkomstenverdeling.[/b]
De Gini-coëfficiënt is een handig middel om inkomensongelijkheden te vergelijken:[br][list][*]"Hoe evolueert de inkomensongelijkheid in een stad, regio of land in de tijd?"[/*][*]"Hoe verhouden landen of regio's zich tegenover elkaar qua inkomensongelijkheid?"[br]Lees bijvoorbeeld het artikel in [url=https://www.vlaanderen.be/statistiek-vlaanderen/inkomen-en-armoede/inkomensongelijkheid-gini-index]Statistiek Vlaanderen[/url].[/*][/list]