[size=150][size=200]De algemene tweedegraadsfunctie[/size][/size]
Om de algemene tweedegraadsfunctie in te voeren in het invoerveld kan je eerst zelf drie schuifknoppen creëren voor de parameters a, b en c om deze letters nadien te gebruiken in een functievoorschrift.[br]Dit is echter niet nodig. Typ je meteen [b][i]ax² + bx + c[/i][/b] in het invoerveld, dan creëert GeoGebra automatisch zelf drie schuifknoppen in het algebra venster.[br]Met de optie Bijzondere punten creëer je de snijpunten met de assen en de extrema.
Vertrek je niet van coëfficiënten a, b en c, maar definieer je rechtstreeks een functie f met functievoorschrift f(x) = 2x² -5x + 1, dan bepaal je de coëfficiënten a, b en c als volgt:[br][list][*]Het commando [b]Coëfficiënten(f)[/b] creëert een lijst [b]l1={2, -5, 1}[/b]. [br][/*][*]Hieruit vind je [b]a = l1(1)[/b], [b]b = l1(2)[/b] en [b]c = l1(3)[/b].[/*][/list]
Naast de keuze tussen naam, waarde, naam en waarde kan je ook enkel x- of y-waarde van een punt tonen als label. [br]Klik in het algebra venster op de knop Meer van een punt en open de Instellingen. Selecteer de tab Basis en typ voor deze extra opties [b][i]%x[/i][/b] of [b][i]%y[/i][/b] in het tekstveld [b][i]Titel[/i][/b].[br][u]Opmerking[/u]: Je kunt ook in het tekenvenster klikken op een punt en in het contextmenu op de knop Meer klikken.
In de bijzondere punten worden de nulwaarden getoond als afgeronde decimale getallen. [br]Je toont ze exact in wortelvorm in het algebra venster met het commando [b][i]Oplossen(f = 0)[/i][/b]. [br]Met de blauwe knop kan je bovendien schakelen tussen de exacte en de benaderde waarde. Deze decimale vorm krijg je met het commando [b][i]NOplossen( )[/i][/b], wat staat voor numeriek oplossen.