Waarom maken we een verschil tussen een 'georiënteerde' en een 'werkelijke' oppervlakte tussen de grafiek van een functie en de x-as over een gegeven interval?
Bij het berekenen van de bepaalde integraal over een gegeven interval, bepalen negatieve functiewaarden ook negatieve oppervlakten. Daarom spreken we van een georiënteerde oppervlakte.[br]Bij het berekenen van de werkelijke oppervlakte tellen we elk stukje oppervlakte als positief mee, ongeacht de tekens van de functiewaarden.