Uitvoeren spiegeling:[br]1. Neem een punt op de figuur.[br]2. Teken een lijnstuk loodrecht op de spiegelas.[br]3. Meet het lijnstuk.[br]4. Trek het lijnstuk door zodat de afstand van het punt tot de spiegelas even lang is als de afstand van het beeld tot de spiegelas.[br]5. Doe dit voor alle punten op de figuur.
Uitvoeren verschuiving:[br]1. Neem een punt op de figuur.[br]2. Meet de gegeven vector.[br]3. Trek vanuit het punt een nieuwe vector met dezelfde zin, richting en grootte (evenwijdig en even lang)[br]4. Doe dit voor alle punten op de figuur.
Uitvoeren rotatie:[br]1. Neem een punt op de figuur.[br]2. Verbind dit punt met het centrum.[br]3. Meet de hoek met je geodriehoek (pas op voor wijzerzin en tegenwijzerzin!). Teken het tweede been van de hoek.[br]4. Zet je passerpunt op het centrum en het potlood op het punt. Teken het passerboogje tot je het been van de hoek snijdt. [br]5. Doe dit voor alle punten op de figuur.
Uitvoeren puntspiegeling:[br]1. Neem een punt op de figuur.[br]2. Verbind dit punt met het centrum (lijnstuk).[br]3. Meet de afstand van het punt tot het centrum.[br]4. Trek het lijnstuk door zodat de afstand van het punt tot het centrum even lang is als de afstand van het beeld tot het centrum.[br]5. Doe dit voor alle punten op de figuur.