In deze daltonopdracht ga je lineaire en kwadratische functies onderzoeken.
In bovenstaande assenstelsel zijn de linaire functies [math]f:y=ax+2[/math] en [math]g:y=bx-1[/math] getekend.
Leg hieronder uit wat er gebeurt als je a en b verandert en vertel ook wat er gebeurt als a=0 en b=0.
In bovenstaande assenstelsel zijn de lineaire functies[math]f:y=-2x+c[/math] en [math]g:y=6x+d[/math] getekend.
Leg hieronder uit wat er gebeurt als je c en d verandert en vertel ook wat er gebeurt als c=0 en d=0.
In bovenstaande assenstelsel zijn de kwadratische functies [math]f:y=ax^2+1[/math] en [math]g:y=bx^2-3[/math] getekend.
Leg hieronder uit wat er gebeurt als je a en b verandert. Vertel ook wat er gebeurt als a en b gelijk zijn aan 0.
In bovenstaande assenstelsel zijn de functies [math]f:y=3x^2+c[/math] en [math]g:y=-x^2+d[/math] getekend.
Leg uit wat er gebeurt als je c en d verandert. Vertel ook wat er gebeurt als c en d gelijk aan 0 zijn.
In bovenstaand assenstelsel zie je een kwadratische functie in de vorm [math]f:y=2\left(x-a\right)^2+b[/math].[br]
Wat gebeurt er als je a en b verandert? Wat kan je in deze vorm zeggen over de waarden die je bij a en b kan invullen?
In bovenstaand assenstelsel zie je een kwadratische functie in de vorm [math]y=a\left(x-d\right)\left(x-e\right)[/math].
Wat kan je meteen aan deze twee grafieken zien in deze vorm?
Een kwadratische formule kan je op verschillende manieren schrijven:[br]1. [math]y=ax^2+bx+c[/math][br]2. [math]y=a\left(x-p\right)^2+q[/math][br]3. [math]y=a\left(x-d\right)\left(x-e\right)[/math]
Wat zijn de coördinaten van de top van de parabool [math]y=-2\left(x-3\right)^2+5[/math] en is het een dal- of bergparabool?
Wat zijn de snijpunten met de x-as van de parabool [math]y=2\left(x+4\right)\left(x-7\right)[/math]?
Wat is de top van de parabool [math]y=-2\left(x-4\right)\left(x+2\right)[/math]?
Kijk naar de drie verschillende schrijfwijzes van een parabool. Wanneer zou je de tweede schrijfwijze gebruiken? En de derde schrijfwijze?
Teken de grafieken van de formules [math]y=-\left(x+1\right)\left(x-3\right)[/math] en [math]y=-x+3[/math] in bovenstaand assenstelsel. [br]Geef elk van de grafieken een andere kleur.[br]Noem de snijpunten van de twee grafieken A en B.[br] [br]
Geef de coördinaten van de snijpunten van de twee grafieken.
Geef de coördinaten van de snijpunten van de twee grafieken met de x-as.[br]Hoe kan je dat meteen zien in de formule van de parabool?
Teken in bovenstaand assenstelsel de grafieken van [math]y=ax^2+4[/math] .[br]Er onstaat een schuifknop voor a.[br]De parabool snijdt de horizontale lijn op hoogte 2 in punt A (linker punt) en B (rechter punt). Teken deze lijn in de grafiek erbij.
Onderzoek met de schuifknop welke waarden a kan aannemen als de x-coördinaat van punt B ligt tussen 1 en 3. Schrijf deze waarden afgerond op 1 decimaal hieronder op.