Kubus
Hieronder zie je een kubus. Beantwoord onderstaande vragen in je schrift. |
|
Vraag 1) Is grensvlak QPTU in deze tekeningeen vierkant? En in werkelijkheid? Vraag 2) Hoeveel grensvlakken, ribben en hoekpunten heeft een kubus? Opdracht) Draai deze kubus zodat de stippellijnen en de naamgeving van de punten klopt. Beantwoord daarna onderstaande vragen: Vraag 3) Welke ribben komen samen in R? Vraag 4) Hoekpunt R is een hoekpunt van drie grensvlakken. Welke grensvlakken zijn dat? Vraag 5) Had je bij vraag 3 en 4 een ander antwoord gegeven als je het figuur niet had gedraaid? |
Coördinaten in een assenstelsel
Coördinaten in een assenstelsel
Lineaire formules en grafieken
In het assenstelsel hieronder is een grafiek te zien met bijbehorende lineaire formule. Een lineaire formule heeft altijd de vorm y = ax+b. Hierbij kun je voor a en b willekeurige waarden invullen. Met de schuifknoppen kun je de waarden voor a en b aanpassen (van -5 tot 5). |
|
Opdracht 1) Leg uit wat a en b voor een invloed hebben op de grafiek. Doe dit door te kijken hoe de grafiek eruit ziet voor verschillende waarden van a en b. Opdracht 2) Vink het vakje van opdracht 2 aan en probeer de formule van deze lijn zelf op te stellen. Vernieuw de pagina (knop rechtsboven) en vink nogmaals opdracht 2 aan. Je hebt nu een andere lijn gekregen. Stel ook de formule van deze lijn op. Stel uiteindelijk 5 verschillende formules op. |
Breuken vergelijken
Hieronder zie je twee dezelfde afbeeldingen onder elkaar. De teller en noemer zijn hierbij los van elkaar in te stellen. Het vierkant staat voor één hele die je onder kan verdelen in stukken. Door de schuifknoppen te gebruiken zal het plaatje zich aanpassen. |
|
Gebruik voor de eerste twee vragen alleen de bovenste breuk. Vraag 1) Leg in je eigen woorden uit wat er gebeurt als je de noemer 10 maakt. Vraag 2) Maak de teller nu 5. Wat gebeurt er in het plaatje? Vraag 3) De breuk die in het bovenste plaatje is ontstaan kan op andere manieren worden opgeschreven. Gebruik het onderste plaatje om te laten zien welke twee breuken dat zijn. Vraag 4) Bedenk zelf met behulp van de plaatjes nog een breuk die op verschillende manieren kan worden opgeschreven. Vraag 5) Schrijf onderstaande breuken op van klein naar groot 3/8, 5/7, 12/13, 8/9, 2/5, 20/23, 1/3 Vraag 6) Probeer in het plaatje de teller groter te maken dan de noemer. Lukt dat? Waarom wel of niet? |