Oef IV.7.40

In een cirkel met middellijn AB (A en B liggen op de cirkel) trekt men een koorde [CD] evenwijdig met deze middellijn. Bewijs voor elk punt E van [AB] de volgende gelijkheid: [math]\left|EC\right|^2+\left|ED\right|^2=\left|EA\right|^2+\left|EB\right|^2[/math].

Information: Oef IV.7.40