[color=#0000ff][size=150][size=200]Maak opdracht 18 op blz 159 in je boek. [/size][/size][br][/color][size=100][color=#0000ff][i]Gebruik een potlood en geodriehoek.[br][br][br][br][/i][/color][/size][size=150][size=200][color=#0000ff]Beantwoord vervolgens de volgende vragen:[/color][/size][/size]
Kan de kleinste draaihoek 50[sup]o[/sup] zijn?
Voor een figuur met draaisymmetrie is de kleine draaihoek 30 graden. Leg uit waarom deze figuur punt symmetrie heeft.
180:30=6. [br]Als je de figuur 6 keer draait dan heb je een hoek van 180 graden. Als een figuur 180 graden kan worden gedraaid is er puntsymmetrie.