Hoe ziet de grafiek van bijvoorbeeld [math]y=5+3\cdot sin(2(x+1))[/math] er uit? Ontdek wat de getallen [math]a[/math], [math]b[/math], [math]c[/math] en [math]d[/math] met de grafiek van [math]f(x)=d+a\cdot sin(b(x+c))[/math] doen.
[list][br][*] Je ziet de grafiek van [math]f(x)=sin(x)[/math]. Versleep de waarde van [math]d[/math]. Wat gebeurt er met de formule van [math]f(x)[/math] en wat gebeurt er met de grafiek?[br][*] Versleep de waarde van [math]a[/math]. Wat gebeurt er met de formule van [math]f(x)[/math] en wat gebeurt er met de grafiek?[br][*] Versleep de waarde van [math]b[/math] eerst naar 0 en daarna omhoog (dat gaat in stappen van [math]0,1\pi[/math]). Wat gebeurt er met de formule van [math]f(x)[/math] en wat gebeurt er met de grafiek? Sleep de waarde van [math]b[/math] naar [math]2\pi[/math]. Wat is de periode van de grafiek?[br][*] Versleep de waarde van [math]c[/math]. Wat gebeurt er met de formule van [math]f(x)[/math] en wat gebeurt er met de grafiek? [br][*] Zet een vinkje voor [i]hulplijnen[/i]. Versleep de waarden van [math]a[/math], [math]b[/math], [math]c[/math] en [math]d[/math] en zorg dat je snapt wat er gebeurt. Zet een vinkje voor [math]periode[/math] en zie op welke plekken je handig de periode kan bepalen.[br][*] Geef (zonder eerst de grafiek aan te passen) de amplitude, evenwichtsstand en periode van de grafiek van [math]f(x)=3+4\cdot sin (2\pi(x+1))[/math]. Controleer daarna door de waarden op [math]a=4[/math], [math]b=2\pi[/math], [math]c=1[/math] en [math]d=3[/math] te zetten.[br][*] Wat is er bijzonder aan het punt [math](-c,d)[/math] (voor de grafiek bij het vorige punt dus [math](-1,3)[/math])? Merk op dat dit punt precies tussen het minimum en maximum van [math]f(x)[/math] ligt.[br][*] Bedenk de formule van de sinusfunctie waarvan minimum [math](-1,-4)[/math] en maximum [math](2,2)[/math] opeenvolgende extreme waarden zijn. Controleer daarna door de waarden juist in te stellen, of je de juiste formule hebt opgesteld.[br][/list]