Transformaties: eigenschap 2.

Bepaal het beeld van driehoek KLM onder:[br]a) de spiegeling om de rechte a.[br]b) de verschuiving volgens vector [math]\vec{CD}[/math].[br]c) de draaiing om het punt G over een hoek van 30° in wijzerzin.
Meet de grootte van de hoek [math]\^{K}[/math]
Meet de grootte van het spiegelbeeld van de hoek [math]\^{K}[/math].
Meet de grootte van het schuifbeeld van de hoek [math]\^{K}[/math].
Meet de grootte van het draaibeeld van de hoek [math]\^{K}[/math].
Wat stel je vast?
Close

Information: Transformaties: eigenschap 2.