In elke oefening hieronder moet je de gegeven vergelijking eerst visueel maken met behulp van bergen en putten. Daarvoor gebruik je de schuifbalken. [br]* Eerst kijk je links en rechts naar de constante termen. Positieve waarden verwijzen naar een berg, negatieve waarden naar een put. Visualiseer deze bergen/putten met de blauwe en paarse schuifbalk.[br]* Rechts, buiten het kader, zie je een oranje berg of put getekend. Het hoogteniveau van de top van de berg of de bodem van de put stelt de waarde van x voor. Kijk in het linkerlid en rechterlid naar de coëfficiënten van x. Deze bepalen hoeveel de linker- en rechtervlag naar omhoog of omlaag moeten. Pas aan met de oranje schuifbalken.[br]* Er is een gelijkheid wanneer de vlaggen op een zelfde hoogteniveau staan.[br]Je kan jouw visualisatie controleren met de knop 'Controle'. [br][br]Wanneer de visualisatie correct is, los je de vergelijking op papier op. Een tussenresultaat kan gecontroleerd worden met de tekening. Als je even de draad kwijt bent, kan je met de knop 'Terug' opnieuw de correcte visualisatie van de vergelijking tevoorschijn brengen.[br][br]Vul uiteindelijk jouw oplossing in zodat je weet of die correct is of niet. Gebruik bij decimale vormen een punt in plaats van een komma.