Veronderstel dat de continue gegevens ingevoerd zijn bij [i]Tabel[/i] van de [i]Grafische rekenmachine[/i]. In [math]y_1[/math] vinden we de ondergrenzen van de klassen, in [math]y_2[/math] vinden we de bovengrenzen van de klassen en in [math]y_3[/math] de bijhorende absolute frequenties. Stel dat er n waarnemingsgetallen zijn.[br][br]We maken een nieuwe lijst grenzen: [br]grenzen = Unie([math]y_1[/math],[math]y_2[/math])[br][br]Met [i]Frequentiepolygoon(grenzen, [math]y_3[/math])[/i] maak je een frequentiepolygoon op basis van absolute frequenties.[br]Met [i]Frequentiepolygoon(grenzen, [math]y_3[/math]/n)[/i] maak je een frequentiepolygoon op basis van relatieve frequenties.
Je kan dit hieronder uittesten met de dataset [i]Kogelstoten.[/i]