In een viervlak ABCD is een vlak [math]\alpha[/math] aangebracht evenwijdig met de ribben [AC] en [BD] en door punt M op [AB].[br]a) Teken de doorsnede van [math]\alpha[/math] met het viervlak en toon aan dat deze doorsnede een parallellogram is.[br]b) Als |AC|=28, |BD|=14 en [math]\frac{\left|MA\right|}{\left|MB\right|}=\frac{3}{4}[/math], bereken dan de lengten van de zijden van het parallellogram.