De betekenis van het is teken is dat hetgeen aan de linkerkant staat precies gelijk is aan de rechterkant.[br][br]Dus: 230 = 230[br][br]Als we bovenstaande som iets ingewikkelder maken kan je dus zeggen dat[br][br]230 = 200 + 30[br][br]Als dit zo is mag je ook zeggen:[br][br]200 + 30 = 230[br][br][b]Ander voorbeeld[/b][br][br]2 + a = b is dus ook hetzelfde als b = 2 + a[br][br]

Bij het plus-teken is hetzelfde aan de hand. Als ik 3 apples heb en ik krijg er twee bij dan heb ik vijf appels. Maar als ik twee appels had en ik krijg er drie bij heb ik ook 5 appels.[br][br]In rekenen zou je zeggen[br][br]3 + 2 = 5 maar ook 2 + 3 = 5 [br][br]Je mag bij het optellen dus de volgorde omwisselen[br][br]Bij een formule mag je ook hetzelfde doen[br][br]a + 2 = 7 is dus hetzelfde als 2 + a =7[br][br][i][Deze zelfde eigenschap geldt ook voor keer sommen 2 x 5 = 10 is gelijk aan 5 x 2 =10][br][br][/i]

Omwisselen kan wel maar [b]let op[/b] dat je je berekening [b]eerst opschrijft als een optelling.[/b][br][br]5 - 3 = 2 (dat is juist lijkt mij) maar let op want [s]3 - 5 = 2[/s] is niet goed [br][br]JE MAG DE GETALLEN NIET ZOMAAR OMDRAAIEN[br][br]Als we de som opschrijven als een optelling en het min-teken bij het getal houden wordt het misschien duidelijker.[br][br]5 - 3 = 2 en dat kan je ook schrijven als[br]5 + (-3) = 2 nu kunnen we het wel omkeren omdat het een optelling is geworden[br](-3) + 5 = 2[br][br]En dit klopt wel[br][br]Met een formule is dit hetzelfde[br][br]a - b = 4 mag je schrijven als[br]a + (-b) = 4 en die mag je nu omdraaien[br](-b) + a = 4 of ook[br]-b + a = 4[br][br]