Een voorwerp beweegt met een horizontale snelheid. [br][u]Bijvoorbeeld[/u]: [br][i][b]Een sportschutter mikt vanop 100m afstand naar het midden van een roos. Hoeveel zal de kogel zakken op deze afstand?[/b][/i][br]Je kunt de beweging van het voorwerp uit elkaar trekken als twee bewegingen:[br][list][*]een [i]eenparig versnelde verticale beweging[/i] met vergelijking [math]y\left(t\right)=h-\frac{9.81t^2}{2}[/math][br][/*][*]een [i]eenparig rechtlijnige horizontale beweging[/i] met vergelijking [math]x\left(t\right)=v.t[/math][/*][/list]
[list][*]Uit de gekende horizontale snelheid [i]v[/i] kan je berekenen hoe lang het duurt om de horizontale afstand I af te leggen: [math]t=\frac{v}{s}[/math].[/*][*]Vul je deze tijdsduur in in het voorschrift van de valbeweging, dan vind je hoeveel het voorwerp zakt over dit traject met de formule [math]y\left(t\right)=-\frac{9.81t^2}{2}[/math].[/*][/list]