Op de figuur zie je een massieve balk waarvan de ribben lengten 9, 38 en 42 hebben. De punten A en B zijn de middens van twee ribben. Een mier wandelt van A naar B langs een zo kort mogelijke weg. Welke afstand legt de mier af?[br][list=1][*][math]35[/math][/*][*][math]21+\sqrt{442}[/math][math][/math][/*][*][math]41[/math][/*][*][math]21+\sqrt{522}[/math][/*][*][math]\frac{5}{2}\sqrt{61}+\frac{3}{2}\sqrt{205}[/math][br][/*][/list][br](Bogaert, Geeurickx, Muylaert, Van Nieuwenhuyze, & Willockx, 2012)