Onderzoek of de volgende uitspraken waar of vals zijn.[br][br](Bogaert, Geeurickx, Muylaert, Van Nieuwenhuyze, & Willockx, 2012)
Als een rechte evenwijdig is met een vlak en men trekt door een punt van dat vlak een rechte evenwijdig met een gegeven rechte, dan ligt deze rechte in dat vlak.
Als twee vlakken evenwijdig zijn met een rechte, dan zijn die vlakken evenwijdig.
Als een rechte evenwijdig is met een vlak, dan is ze evenwijdig met elke rechte van dat vlak.
Twee vlakken zijn evenwijdig als een rechte van het ene vlak evenwijdig is met het andere vlak.
Alle rechten die een gegeven rechte a snijden en evenwijdig zijn met een rechte b (a snijdt b) liggen in eenzelfde vlak.
Als twee snijdende vlakken [math]\alpha[/math] en [math]\beta[/math] respectievelijk evenwijdig zijn met twee snijdende vlakken [math]\alpha'[/math] en [math]\beta'[/math] , dan zijn hun snijlijnen d en d' evenwijdig.