De constructie die Coignet aanreikt luidt als volgt: gegeven cirkel [math]BCDH[/math] met middelpunt [math]A[/math] en straal [math]r=4[/math]. De middellijn [math]BD[/math] wordt verdeeld volgens de gulden snede (punt [math]G[/math]). Van daaruit wordt loodlijn [math]GF[/math] getrokken met lengte [math]r[/math]. Lijnstuk [math]AF[/math] snijdt de cirkel in punt [math]I[/math]. Rechte [math]BI[/math] snijdt lijn [math]AC[/math], loodrecht op diameter [math]BD[/math] in punt [math]K[/math]. Vraag is om de lengtes te berekenen van [math]BK[/math], [math]KI[/math], [math]CK[/math] en [math]KH[/math].[br]Wanneer hun leerlingen de gulden snede uitgedrukt hebben in een breuk en een wortel kunnen ze snel de constructie maken. Zo vinden ze rap de gevraagde lengtes van de lijnstukken in voldoende decimalen.