Vertrek je van een parameters a en b, dan kan je een eerstegraadsfunctie bepalen.[br]Omgekeerd kan je van een willekeurige fucntie de coëfficiënten bepalen en controleren of een functie wel degelijk een eerstegraadsfunctie is.[br][list][*]Typ als invoer 2x - 3 en creëer de fuctie f.[/*][*]Creëer de booleaanse variabele [b]test: Graad(f)==1[/b] en controleer of f een eerstegraadsfunctie is.[br]Plaats een tekst "Dit is geen eerstegraadsfunctie" die getoond wordt als f geen eerstegraadsfunctie is en bepaal de voorwaarde om de tekst te tonen als [b]!test[/b].[/*][*]Bepaal de coëfficiënten van het functievoorschrift in een lijst: [b]l1=Coëfficiënten(f)[/b].[br]Bepaal verder [b]a = l1(1)[/b] en [b]b = l1(2)[/b].[/*][/list]
[size=150]nulpunt[/size][br]Bepaal het nulpunt van de functie als het snijpunt van f met de x-as of als het punt met coördinaat (-b/a, 0).[br][size=150]tekenschema[br][/size]Je kunt het tekenschema creëren met het commando [b][url=https://wiki.geogebra.org/nl/TabeLT_Commando]TabelTekst( )[/url][/b].[br][list][*]Bepaal de nulwaarde als tekst in de meest vereenvoudigbare vorm met [b]TekstAlsBreuk(-b / a)[/b].[br][/*][*]Bepaal het teken links in het tekenschema als [b]Als(a > 0, "-", "+")[/b].[/*][*]Bepaal het teken rechts in het tekenschema als [b]Als(a > 0, "+", "-")[/b].[/*][*]Creëer het tekenschema: [b]TabelTekst({"x", "", tekst1, ""}, {"f(x)", tekli, 0, tekre}, "c|01000_010")[/b].[br]In dit commando definieer je de rijen in de tabel als lijsten. Absolute tekst typ je tussen aanhalingstekens. Getallen of dynamische waarden van objecten typ je zonder aanhalingstekens.[br]Achter | bepaal je welke verticale lijnen getoond worden, achter _ welke horizontale lijnen.[/*][/list][size=150]verloopschema[/size][br]In een verloopschema heb je pijlen nodig. Die plaats je vooraf in afzonderlijke tekstjes. [br][list][*]Creëer tekst3 met enkel een stijgende pijl en tekst4 met een dalende pijl. [/*][*]Het teken van a bepaalt welke pijl verschijnt in het verloopschema: [b]ver = [/b][b]Als(a > 0, tekst3, tekst4)[/b].[/*][*]Creëer het verloopschema met: [b]TabelTekst({"x", ""}, {"f(x)", ver}, "c|010_010")[/b].[/*][/list]
Je kunt op dezelfde manier werken met een tweedegraadsfunctie:[br][list][*]Bepaal analoog de coëfficiënten a, b en c van de functie en controleer de graad.[/*][*]Bepaal de discrimant D uit de waarden van a, b en c.[/*][*]Creëer analoog de nulwaarden, tekenschema en verloopschema. [/*][/list]Voor de schema's maak je telkens 3 schema's, die je toont afhankelijk van de waarde van D.