2.1 Eigenschappen van rechten

Opdracht 1:
Teken, indien mogelijk, door punt P een rechte b evenwijdig met rechte a.[br]Beantwoord de vraag onder het werkblad.
Hoeveel rechten kun je door punt P tekenen die evenwijdig zijn met rechte a? Duid het juiste antwoord aan.
Opdracht 2:
Teken f//g en h//g.[br]Beantwoord de vraag onder het werkblad.
Wat is de onderlinge ligging van de rechten g en h? Duid het juiste antwoord aan.
Opdracht 3:
Teken f//g en h snijdt f.[br]Beantwoord de vraag onder het werkblad.
Wat is de onderlinge ligging van de rechten g en h? Duid het juiste antwoord aan.
Opdracht 4:
Teken, indien mogelijk, door punt A een rechte f loodrecht op de rechte g.[br]Beantwoord de vraag onder het werkblad.
Hoeveel rechten kun je door punt A tekenen die loodrecht staan op rechte g? Duid het juiste antwoord aan.
Opdracht 5:
Teken f//g en h[math]\perp[/math]f.[br]Beantwoord de vraag onder het werkblad.
Wat is de onderlinge ligging van de rechten g en h? Duid het best passende antwoord aan.
Opdracht 6:
Teken f[math]\perp[/math]g en f[math]\perp[/math]h.[br]Beantwoord de vraag onder het werkblad.
Wat is de onderlinge ligging van de rechten g en h? Duid het best passende antwoord aan.
Close

Information: 2.1 Eigenschappen van rechten