Optellen en aftrekken met breuken: oefeningen

Gelijknamige breuken optellen
[math]\frac{2}{3}+\frac{6}{3}=[/math]
Gelijknamige breuken optellen
[math]\frac{2}{9}+\frac{6}{9}=[/math]
Gelijknamige breuken aftrekken
[math]\frac{2}{9}-\frac{6}{9}=[/math]
Gelijknamige breuken aftrekken
[math]\frac{-4}{3}-\frac{6}{3}=[/math]
Niet gelijknamige breuken optellen en aftrekken
[math]\frac{7}{3}+\frac{8}{4}=[/math][br]Vereenvoudigen mag (enkel binnen de breuk, niet diagonaal)
Niet gelijknamige breuken optellen en aftrekken
[math]\frac{8}{5}-\frac{3}{4}=[/math][br]Vereenvoudigen mag (enkel binnen de breuk, niet diagonaal)
Niet gelijknamige breuken optellen en aftrekken
[math]\frac{-8}{7}-\frac{3}{4}=[/math][br]Vereenvoudigen mag (enkel binnen de breuk, niet diagonaal)
Niet gelijknamige breuken optellen en aftrekken
[math]\frac{-3}{4}+\frac{5}{3}=[/math][br]Vereenvoudigen mag (enkel binnen de breuk, niet diagonaal)
Close

Information: Optellen en aftrekken met breuken: oefeningen