★☆☆ [br]In een doos zitten 100 lotjes. [br]Je trekt één lotje. [br][list][*]Er is 1 hoofdprijs[/*][*]Er zijn 30 kleinere prijzen[/*][/list][br]Bereken de kans op de hoofdprijs, de kans op een nevenprijs en de kans dat je geen prijs wint.
[br][math]kans=\frac{aantal \;gunstige\; gebeurtenissen}{aantal \;mogelijke \;gebeurtenissen}[/math][br][br]De kans[br][list][*]dat je de hoofdprijs wint, is [math]\frac{1}{100}[/math][br][/*][*]dat je een kleinere prijs wint, is [math]\frac{30}{100}[/math][br][/*][*]dat je geen prijs wint, is [math]\frac{69}{100}[/math][/*][/list]