De grafische voorstelling van alle gecreëerde objecten (punten, grafieken,...) verschijnt in het tekenvenster. Je kan nieuwe objecten creëren in het tekenvenster met de beschikbare knoppen van het knoppenvenster.

1. Selecteer de knop Knoppenvenster om het knoppenvenster te openen.
2. Selecteer de knop die je wil gebruiken.
3. In de Knoppenhulp die verschijnt, lees je hoe de geselecteerde knop kunt gebruiken.
4. Pas de geselecteerde knop toe op bestaande objecten of op een lege plaats in het tekenvenster. Opmerking: Bij sommige knoppen worden extra hulpobjecten gecreëerd.

Het Tekenvenster is beschikbaar in de apps Grafische rekenmachine, 3D, Meetkunde en CAS.

Selecteer een object in het tekenvenster door ze aan te klikken. Een geselecteers object kleurt hel en naast het object verschijnt een opmaakwerkbalk met een aantal opties bevat Wijzig de kleur van object Gebruik de knop Kleur wijzigen om de kleur van het object te wijzigen. Wanneer het object kan opgevuld worden (b.v.: veelhoek, cirkel) kan je de ondoorzichtigheid van de opvulling wijzigen met een schuifknop.  Verwijder Object Gebruik de knop Verwijderen om het geselecteerde object te verwijderen.

Je kunt het tekenvenster aanpassen via de knop  Instellingen. Opmerking: Zorg er voor dat je geen object selecteert bij het klikken in het tekenvenster om zijn Instellingen te wijzigen.