Leerstof onder andere voor[br][math]\oplus[/math] ingangsexamen geneeskunde
Ga na of de volgende beweringen juist of fout zijn:
[math]g(x)=x^{\frac{2}{3}}(2-x)[/math] heeft een lokaal minimum voor x=0
De oorsprong is een buigpunt van de functie [math]f(x)=x^6[/math]
De functie [math]f(x)=\begin{cases} x^2 & -1\leq x<2 \\ 9-3x & \;\;\; 2\leq x\leq 3 \end{cases}[/math] heeft een absoluut maximum voor x=2
Elk punt waar de functie een horizontale raaklijn heeft, is een lokaal extremum van de functie
Het Buigpunt van [math]f(x)=x(x-6)^2[/math] ligt in het midden tussen de twee relatieve extrema
Aan welke voorwaarden moeten de parameters a en b voldoen opdat de grafiek van de volgende functie juist twee buigpunten zou hebben? [math]f(x)=ax^4+bx^2[/math]
De functie f is bepaald door het voorschrift [math]f(x)=\frac{4x}{2+x^2}[/math]. Deze functie bereikt een lokaal extremum als x gelijk is aan