[size=100]Verken hoe je de snijpunten van een parabool en een rechte zoekt door de wortels van de verschilvergelijking te bepalen.[/size]

[size=100]Wijzig de waarden van de schuifknoppen en kijk hoe de parameters van de lineaire vergelijking de snijpunten met de parabool beïnvloeden.[/size]

[table][tr][td][size=100]1.[/size][/td][td][size=100][/size][/td][td][size=100]Creëer in het [i]CAS Venster[/i] een tweedegraadsfunctie en typ [font=Courier New]f(x):= x^2 – 3/2 * x + 2[/font][math]"> in de eerste rij en klik op [i]Enter[/i].[br][/size][/td][/tr][tr][td][size=100]2.[/size][/td][td][size=100][icon]/images/ggb/toolbar/mode_slider.png[/icon][br][/size][/td][td][size=100]Selecteer de knop [i]Schuifknop[/i] op de knoppenbalk en creëer twee schuifknoppen [i]a [/i]en [i]b[/i].[br][/size][/td][/tr][tr][td][br][/td][td][br][/td][td][size=100][u]Tip[/u]: Na klikken in het [i]Tekenvenster[/i] verschijnt een dialoogvenster waarin je de parameters van je schuifknop kunt bepalen. Klik op [i]Toepassen[/i] om je schuifknop te creëren.[/size][br][/td][/tr][tr][td][size=100]3.[/size][/td][td][size=100][/size][/td][td][size=100]Creëer in het [i]CAS Venster[/i] een lineaire functie en typ [font=Courier New]g(x):= a * x + b[/font] in de volgende rij en [i]Enter[/i].[/size][/td][/tr][tr][td][size=100]4.[/size][/td][td][size=100][icon]/images/ggb/toolbar/mode_move.png[/icon][/size][/td][td][size=100]Gebruik in het [i]Tekenvenster[/i] de knop [i]Verplaatsen[/i] tool om de waarde van schuifknop [i]a[/i] te veranderen in 0.5 en de waarde van schuifknop [i]b[/i] in 2.[/size][/td][/tr][tr][td][size=100]5.[/size][/td][td][size=100][/size][/td][td][size=100]Typ in het [i]CAS Venster[/i] [font=Courier New]h(x):= f(x) – g(x)[/font] om het verschil van de twee functievoorschriften te berekenen.[/size][/td][/tr][tr][td][size=100]6.[/size][/td][td][size=100][icon]/images/ggb/toolbar/mode_factor.png[/icon][/size][/td][td][size=100]Typ [font=Courier New]h(x)[/font], en selecteer de knop [i]Ontbinden [/i]in de [i]CAS knoppenbalk [/i]om de veelterm te ontbinden.[br][/size][/td][/tr][tr][td][br][/td][td][br][/td][td][size=100][u]Tip[/u]: Je kunt wortels van deze factoren nu gebruiken om de wortels te bepalen van [i]h(x)[/i].[/size][br][/td][/tr][tr][td][size=100]7.[/size][/td][td][size=100][/size][/td][td][size=100]Typ [font=Courier New]Oplossen[h(x)][/font] om de wortels te bevestigen.[/size][/td][/tr][tr][td][size=100]8.[/size][/td][td][size=100][/size][/td][td][size=100]Typ [font=Courier New]Snijpunten[f(x), g(x)][/font] om de snijpunten te creëren van de functies [i]f(x)[/i] en [i]g(x)[/i].[br][/size][/td][/tr][tr][td][size=100][/size][/td][td][size=100][icon]/images/ggb/toolbar/mode_showhideobject.png[/icon][/size][/td][td][size=100][u]Tip[/u]: Je kunt de snijpunten tonen in het [i]Tekenvenster[/i] door te klikken op het icoon [i]Toon / verberg[/i] icon onder het rijnummer in het [i]CAS Venster[/i].[/size][/td][/tr][tr][td][size=100]9.[/size][/td][td][size=100][br][/size][/td][td][size=100][u]Verkenning[/u]: Zoek wat de snijpunten van  [i]f(x)[/i] and [i]g(x)[/i] gemeenschappelijk hebben met de wortels van de verschilfunctie [i]h(x)[/i]. [br]Verander de parameters van de lineaire functie om uit te zoeken voor welke waarden van [i]a [/i]en [i]b [/i]er twee, een of geen snijpunten zijn.[br][/size][/td][/tr][tr][td][br][/td][td][size=100][icon]https://www.geogebra.org/images/ggb/toolbar/mode_move.png[/icon][/size][br][/td][td][size=100][u]Tip[/u]: Gebruik de knop [i]Verplaatsen [/i]om de waarden van de schuifknoppen te veranderen en creëer nieuwe functies om te onderzoeken.[/size][br][/td][/tr][/table]