Als we [math]a[/math] strikt positief houden, krijgen we:
Als we [math]a[/math] strikt negatief houden, krijgen we:
Eerder hebben we gezien dat [math]a[/math] niet negatief kan worden.[br]Wanneer [math]a[/math] kleiner wordt dan 0, gebruik je 2 transformaties: [br][br]1) De spiegeling om de x-as (want je doet eigenlijk [math]-f(x)[/math] ).[br]2) Een verticale uitrekking met factor [math]a[/math].
Verschuif de schuifbalken van [math]\alpha[/math] en [math]\beta[/math]. Wat kan je zeggen over de coördinaten van de top?
De x-coördinaat zal overeen komen met de waarde van [math]\alpha[/math].[br]De y-coördinaat zal overeen komen met de waarde van [math]\beta[/math].[br]De top heeft dus als coördinaat T[math]\left(\alpha,\beta\right)[/math].