Mozarts19e strijkkwartet krijgt de bijnaam ‘dissonantenkwartet’. Het zet voor die tijd heel ongebruikelijk in met do in de cello, lab in de altviool, mib in de 2[sup]e[/sup]viool en la in de 1[sup]e[/sup] viool.[br]Ons valt deze merkwaardige opeenvolging slechts op wanneer we de partituur bekijken. [br]Wanneer we de muziek horen vragen we ons af “dissonantenkwartet? Wat is hier nu vreemd aan?”