Onder een van de werkbalkknoppen (de derde van rechts) vind je de volgende knop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_dilatefrompoint.png[/icon]terug.[br]Deze knop staat voor de homothetie, klik die aan.[br][br]Klik dan eerst de figuur aan waarvan je het beeld moet bepalen. Hier het lijnstuk [AB].[br][br]Daarna klik je op het punt dat als centrum zal fungeren, hier het punt O.[br][br]Tenslotte vul je de factor van de homothetie in, hier is dat 2.
Meet de lengte van het lijnstuk [AB] en van het lijnstuk [A'B'].[br]Doe dit door de knop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_distance.png[/icon] lengte te kiezen, je vindt die terug onder de vierde laatste knop in de rij.[br]Vervolgens klik je de lijnstukken aan. Wijzig daarna de lengte van [AB] door de punten A en B te verslepen, klik wel eerst op [icon]/images/ggb/toolbar/mode_move.png[/icon].
Wat valt er te zeggen over de onderlinge ligging van AB en A'B', de dragers van [AB] en [A'B']? Je kan dit ook met Geogebra onderzoeken door de knop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_relation.png[/icon] te kiezen en daarna de twee lijnstukken aan te klikken.
Volg de werkwijze zoals beschreven bij de eerste opgave.
Vergelijk de omtrek van de driehoek A'B'C' met de omtrek van de originele driehoek ABC.[br]Kies daarvoor opnieuw voor [icon]/images/ggb/toolbar/mode_distance.png[/icon] maar klik nu de driehoek aan.
Vergelijk de oppervlakte van de driehoek A'B'C' met de oppervlakte van de originele driehoek ABC. Maak hiervoor gebruik van de volgende werkbalkknop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_area.png[/icon] en klik de driehoeken aan.
Volg de werkwijze zoals beschreven bij de eerste opgave.
Meet de grootte van de hoek D[math]\hat{E }[/math]B. Doe dit met de werkbalkknop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_angle.png[/icon], klik eerst op het punt D, vervolgens op het hoekpunt E en tenslotte op het punt B.[br]Doe daarna hetzelfde met de hoek D'[math]\hat{E' }[/math]B'.[br]Daarna kun je dit ook voor de overige hoeken en hun beelden doen.
Maak een schuifknop aan met de werkbalkknop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_slider.png[/icon]. Klik op de knop en klik vervolgens ergens willekeurig op het werkblad. Geef de schuifknop "k" als naam, laat die tussen -4 en 4 variëren met een stapgrootte van 0,2.[br]Kies daarna opnieuw voor [icon]/images/ggb/toolbar/mode_dilatefrompoint.png[/icon], klik de gegeven figuur aan, vervolgens het centrum X en tenslotte vul je bij de factor "k" in. Klik op [icon]/images/ggb/toolbar/mode_move.png[/icon] en daarna op de schuifknop en verschuif die.[br]
Gebruik de knop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_dilatefrompoint.png[/icon] om het beeld te tekenen. Klik eerst de rechte aan, dan het centrum C.[br]Tenslotte vul je de factor van de homothetie in, hier is dat 2.