Alicia en Bart, een tweeling, studeren dit jaar af in Sint Lukas, Brussel. Ze willen nog verder studeren, [br]en ze bespreken met hun vader het zakgeld dat ze volgend jaar denken nodig te hebben. [br]Hun vader vraagt hen allebei een voorstel te doen voor een regeling voor het zakgeld voor het volgende jaar.[br][br]Bart argumenteert dat het leven wel erg duur is, en stelt voor direct 100 euro te krijgen. [br]En, omdat het leven ook steeds duurder wordt, vraagt hij dat bedrag elke week te krijgen, en het zelfs elke week met 10 euro te verhogen. Dus, de eerste week 110 euro, de tweede week 120 euro, en zo verder..[br][br]Alicia redeneert anders. Ze beweert nog wat spaarcenten te hebben, en ze denkt in het begin eigenlijk[br]niet zoveel geld nodig te hebben. Ze zegt dat ze haar vader ook niet onnodig op kosten wil jagen. Ze vraagt aan haar vader om direct, maar eerder symbolisch, gewoon 0.01 euro, dus één eurocent, te geven, en dat bedrag dan elke week te verdubbelen. [br]Dus, de eerste week vraagt ze 0.02 euro,de volgende week 0.04 euro, enzovoort.[br][br]De vader is verrast dat Alicia zo belachelijk weinig zakgeld vraagt, maar hij is wat achterdochtig.[br]Hij raadpleegt zijn boekhouder. Dat ben jij. Wat raad je aan de vader aan: moet hij kiezen voor het systeem [br]van Bart, of voor dat van Alicia?[br][br]Met deze Geogebra-app kan je het probleem exploreren.