[list][*]Versleep je het punt [color=#0000ff]top[/color] [b](2,1)[/b] dan wordt [b]g(x) = (x - 2)² + 1[/b].[/*][*]je het punt [color=#0000ff]top[/color] [b](p,q)[/b] dan wordt [b]g(x) = (x - p)² + q[/b].[br][/*][/list]

De parabool wordt horizontaal uitgerekt of samengedrukt. Als:[br][list][*]|a| <1 (maar [math]\ne[/math] 0) wordt de parabool horizontaal samengedrukt.[/*][*]|a| > 1 wordt de parabool horizontaal uitgerekt.[/*][/list]

[list][*]Als a > 0 dan ligt de top onderaan.[/*][*]Als a < 0 dan ligt de top bovenaan.[/*][*]Als a = 0 dan is g geen tweedegraadsfunctie maar een constante functie.[/*][/list]

Het teken van c bepaalt waar de grafiek de y-as snijdt:[br][list][*]Is c > 0 dan snijdt de grafiek de y-as boven de x-as.[/*][*]Is c < 0 dan snijdt de grafiek de y-as onder de x-as.[/*][*]Is c = 0 dan snijdt de grafiek de y-as in de oorsprong.[/*][/list]De x-coördinaat van de top vind je voor x = [math]\frac{-b}{a}[/math]. Vul je deze waarde in het voorschrift in, dan vind je de y-coördinaat.

[list][*]Je kan de algemene vorm f(x) = ax² + bx + c ontbinden in een vorm f(x) = a(x - x[sub]1[/sub])(x - x[sub]2[/sub]) als f twee nulwaarden heeft. Dat is zo als ofwel de top onder de x-as ligt en a < 0 of als de top boven de x-as ligt en a > 0.[/*][*]De waarden x[sub]1[/sub] en x[sub]2[/sub] vind je in de grafiek terug als de nulwaarden van f.?[/*][/list][br]