De rode, door cirkelbogen begrensde figuren noemt men "de maantjes van Hippocrates". De som van hun oppervlakte is gelijk aan de oppervlakte van de blauwe rechthoekige driehoek die aan de basis ligt van hun constructie: op elk van zijn zijden werd een halve cirkel geconstrueerd op de manier zoals blijkt uit de figuur. Dit is een gevolg van de stelling van Pythagoras.[br][br]Het punt C kan verplaatst worden langs de halve cirkel.