Oefeningen.

Opdracht 1
a) Teken [HC][br]b) Teken [AE[br]c) Teken GÊF[br]d) Teken IG[br]e) Teken Z collineair met L en K
Opdracht 2
a) Teken de drager van lijnstuk [JH][br]b) Teken de drager van halfrechte [BA[br]c) Teken een punt N dat collineair is met punten L en I[br]d) Teken een punt M dat niet collineair is met punten C en K[br]e) Teken een lijnstuk [DF] Dat dezelfde drager heef als lijnstuk [EG]

Information: Oefeningen.