Hoe verder je gaat in de rij van Fibonacci hoe dichter het quotiënt van twee opeenvolgende getallen uit de rij het getal benadert. Onderstaand applet toont het gevolg voor rechthoeken.

• Een dunne zwarte lijn toont een rechthoek waarbij de verhouding gelijk is aan het quotiënt van twee opeenvolgende getallen uit de rij van Fibonacci. Door de schuifknop te verslepen, neem je telkens een volgend quotiënt.
• Een dikkere blauwe lijn toont een gulden rechthoek met de verhouding

Hoe verder je gaat in de rij van Fibonacci hoe dichter het quotiënt van twee opeenvolgende getallen uit de rij het getal benadert. Bij de verhouding is het verschil tussen beide rechthoeken al klein, bij verdwijnt de zwarte lijn onder de dikkere blauwe lijn. Dus, waarom zou je, bij het nameten van afmetingen op een foto, zeggen dat een verhouding ongeveer gelijk is aan i.p.v. , of ? En is de toewijzing van een verhouding van 'ongeveer' in een schilderij of gebouw niet hoogst bedenkelijk voor de vakkennis van de kunstenaar of architect die met de gulden snede werkt? Hij zou wel zijn vak kennen, maar niet in staat zijn om een eenvoudige meetkundige constructie correct te realiseren?