Test hieronder uit wat het resultaat is als je een grafiek eerst spiegelt om de x-as, en vervolgens het resultaat verticaal verschuift.[br]Om te spiegelen om de x-as, kies je de knop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_mirroratline.png[/icon], vervolgens selecteer je achtereenvolgens de grafiek van de functie en de x-as.[br]Om de grafiek 3 eenheden naar boven te verschuiven, kies je de knop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_vectorfrompoint.png[/icon], vervolgens selecteer je achtereenvolgens de grafiek van de functie en de rode vector.
Test hieronder uit wat het resultaat is als je een grafiek eerst verticaal verschuift, en vervolgens het resultaat spiegelt om de x-as.[br]Om te spiegelen om de x-as, kies je de knop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_mirroratline.png[/icon], vervolgens selecteer je achtereenvolgens de grafiek van de functie en de x-as.[br]Om de grafiek 3 eenheden naar boven te verschuiven, kies je de knop [icon]/images/ggb/toolbar/mode_vectorfrompoint.png[/icon], vervolgens selecteer je achtereenvolgens de grafiek van de functie en de rode vector.
Je ziet dat de volgorde van de transformaties belangrijk is. Eerst spiegelen om de x-as en vervolgens verticaal verschuiven geeft een ander resultaat dan wanneer je eerst verticaal verschuift en vervolgens spiegelt.[br]Analoog geeft het ook een ander resultaat als je eerst verticaal uitrekt en vervolgens verticaal verschuift, dan wanneer je eerst verticaal verschuift en vervolgens verticaal uitrekt.