Rekenen met wortelvormen
rekenregels exponenten
lineaire versus exponentiële groei
vergelijk de 2 soorten groei
GeeHaa 2014
Logaritmen
Leerstof onder andere voor:
[math]\oplus[/math] ingangsexamen geneeskunde
Klik op de pijltjes onderaan het applet om meer over het begrip logaritme te weten te komen
Definitie
Rekenregels
Reken uit (indien mogelijk)
1) [math]\log_381[/math][br]2) [math]\log_{-4}16[/math][br]3) [math]\log_{\sqrt{8}}\frac{1}{64}[/math][br]4) [math]\log_{36}\sqrt[5]{6}[/math][br]5) [math]\log_{\frac{1}{2}}4\sqrt[7]{64}[/math]
Oefening
De uitdrukking [math]\log_{3}\left(\frac{\sqrt{3}}{27}\right)[/math] is gelijk aan
Als gegeven is: [math]\log 2\approx 0,30[/math] en [math]\log 3\approx 0,48[/math], bereken dan bij benadering:[br]1) log 6[br]2) log12[br]3) log 0,2[br]4) log 0,05
Als gegeven is [math]3=2\cdot \log_x(8)[/math], dan geldt:
Als gegeven is [math]e^{2x+6}=9[/math], dan geldt:
De uitdrukking [math]\log(500x)-\log(5x^2)[/math] is gelijk aan